De relatie met mijn moeder na Maartens zelfdoding

De stamroos van mijn moeder staat weer volop in bloei. Zo aan het eind van de zomer bloeit hij nogmaals. Sinds haar dood, 5 jaar geleden staat die prachtige stamroos in mijn tuin. Ik ben er blij mee, ik zie het als een berichtje van mijn moeder: ‘Kijk ik ben er nog’.

Mijn moeder is ook jarenlang nabestaande van zelfdoding geweest. Haar enige zoon, haar tweede kind stapte uit het leven toen hij nog een tiener was. Volkomen onverwachts voor ons. We hadden geen idee dat Maarten zo diep ongelukkig was.

Mijn moeders dood bracht mij rust. Na de boosheid dat ze zo jong stierf. Mij en haar drie kleinkinderen achterlatend. Het bracht me opluchting en zachtheid. Want dan hoefde ik niet meer op mijn tenen te lopen. Mijn tong af te bijten. En mijn verdedigingsmuur in opperste paraatheid te brengen.

We hadden zo’n vreemde relatie. We hielden intens veel van elkaar. Maar toch kwetsten we elkaar zodra dat kon. En waarom? Dat heb ik me lang afgevraagd.
Pas sinds een tijdje begrijp ik dat. Mijn moeder en ik keken naar elkaar en zagen onszelf. Allebei een groot verlies te dragen. Zichtbaar op ons gezicht. Voelbaar in onze sociale contacten omdat we allebei zo omzichtig waren een ander te vertrouwen.

Het gevolg van Maartens zelfdoding was lastig. Ik kon haar pijn nauwelijks aanzien. De bittere lijn om haar mond. Het peilloze verdriet in haar ogen. De verongelijktheid in haar stem. Vrienden verloochenen in woord, maar nooit in daad. Elke avond een glas wijn. Of twee.
Maar ik had geen idee dat dát het was dat mij zo pijn deed. Ik dacht dat het aan haar lag. Ik vond haar irritant. Omdat ze de verkeerde dingen zei. Foute keuzes maakte. Niet de dingen deed die er werkelijk toe doen.
Maar die dingen zag ik alleen door mijn vertekenende bril. Anderen hadden die ervaring niet. Omdat haar pijn mij telkens weer beroofde van mijn gemoedsrust. Haar pijn herinnerde mij aan mijn verlies. En ik voelde me volkomen machteloos.

Ik zou willen dat ik dit geweten had, toen mijn moeder nog leefde.
Dan had ik haar kunnen opzoeken in plaats van afstoten.
Dan hadden we vaker lol gehad dan ruzie.
Dan waren we samen op vakantie gegaan in plaats van elkaar soms maanden lang niet te zien.
Want ze was een vrolijke, ondernemende en interessante vrouw. Net als ik. En bovendien een toffe oma.

Ik wil dat andere nabestaanden van zelfdoding dit ook weten; dat het verschrikkelijk moeilijk is om getuige te zijn van het verdriet en de pijn van die ander, die ook achter gebleven is. Dat je eigen gevoelens al nauwelijks te dragen zijn, laat staan die van een ander.
Dat je gevoelens voor en gedachten over de ander kunt krijgen die zorgen voor verwijdering: boosheid, verwijt, irritatie, jaloezie en afkeer. Machteloosheid en berusting.

Ik wil mensen laten zien dat ze een keuze hebben. Dat gevoelens richtingaanwijzers zijn voor wat je je nodig hebt, iets dat er nu blijkbaar nog niet is. En dat je dat wel kunt creëren, voor jezelf en de ander.