De cederboom

Ik was deze zomer met mijn gezin in Zeeland. Waar ik opgroeide. We brachten een bezoekje aan de grote ceder in het park achter mijn ouderlijk huis.

Een boom die waaraan ik veel herinneringen heb. Ik speelde er vaak omheen. Toen ik eenmaal lang genoeg was, kon ik er in klimmen; zo hoog! Hij rook zalig. 

Mijn oma uit Maastricht hield van de cederappels, ze behandelde ze als schatten als ik ermee thuis kwam.

Zijn brede stam en zijn wijde takken gaven mij een beschermd gevoel. Ik ben er vaak gaan schuilen na de zelfdoding van mijn broer Maarten. De takken zorgden voor schaduw, de naalden op de grond voor een zachte deken. Geen uitroepen van afschuw, geen bezorgde vragen en geen stille oordelen.

Nu was ik er met mijn gezin. We vonden het nog steeds een imposante boom. De kinderen wilden erin klimmen. Mijn man gaf ze een opstapje en schouder. Fijn om met hen mijn herinneringen te delen. Ik voelde mij heel gelukkig.

“Als we de kracht en moed hebben om onszelf met onze emoties te confronteren en ze als een deel van ons te zien, dan kunnen we onze onverwerkte zaken verwerken en een voller en gelukkiger leven leiden”. Elisabeth Kübler Ross